Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·spec·tie·ron·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inspectieronde inspectieronden
inspectierondes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inspectierondev / m

  1. rondgang waarbij men een controle uitvoert
     De gemeente gaat tijdens de inspectieronde onder meer kijken of gasflessen op de juiste manier zijn geplaatst en verzekerd. Ook gaat een controleur van de brandweer mee.[1]
     In de getroffen gebieden is het stil op straat, merkte Monasch tijdens een inspectieronde. De markten zijn gesloten en de scholen blijven dicht.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Controles na brand kermis Tilburg” (Zaterdag 19 juli 2014, 15:41), NOS
  2.   Weblink bron “Zestig ebolapatiënten S.Leone zoek” (Woensdag 2 juli 2014, 10:46), NOS