reuzenlevensboom
- (IPA in voorbereiding)
- reu·zen·le·vens·boom
- samenstelling van reus en levensboom zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reuzenlevensboom | reuzenlevensbomen |
verkleinwoord | reuzenlevensboompje | reuzenlevensboompjes |
de reuzenlevensboom m
- (coniferen) Thuja plicata een boom uit de cipresfamilie (Cupressaceae ) uit westelijk Noord-Amerika die daar van belang is voor de houtoogst. In de volksmond wordt de reuzenlevensboom vaak gewoon als conifeer aangeduid. In Europa is de soort geïntroduceerd als sierboom in tuinen en parken. In zijn oorspronkelijk biotoop kan de boom 60-80 m hoog en 3-4 m in doorsnede worden. In Europa haalt de boom soms een hoogte van 40 meter
- Het woord 'reuzenlevensboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] reuzenlevensboom in het Nederlands Soortenregister N
- [1] reuzenlevensboom op Wikidata