Nederlands

0:20 remproef
Uitspraak
Woordafbreking
  • rem·proef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord remproef remproeven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de remproefv / m

  1. het testen van de mogelijkheid een voertuig snel tot stilstand te brengen
    • Ze mogen meedoen aan een remproef om zo zelf te ervaren hoe lang een auto erover doet om tot stilstand te komen. [2] 
    • Na de opening begonnen de jongsten uit groep 1 met een steppen-circuit (zie foto). Verder deze week zullen er tal van activiteiten plaatsvinden, zoals een remproef in echte auto's voor de groepen 5 en 6 en een optreden van de Ronald McDonald clown voor de groepen 1 tot en met 4. [3] 
    • "Een van de machinisten had onvoldoende ervaring om op de Betuweroute te mogen rijden. Een andere machinist voerde voor hij vertrok de verplichte remproef niet goed uit waardoor de trein niet kon stoppen voor rood sein." Bij de incidenten vielen geen gewonden. [4] 
  2. test of de remleidingen correct zijn aangesloten bij verandering van de samenstelling van een trein
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen