relatiegeschenk
- re·la·tie·ge·schenk
- samenstelling van relatie zn en geschenk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | relatiegeschenk | relatiegeschenken |
verkleinwoord | relatiegeschenkje | relatiegeschenkjes |
- (bedrijf) vaak kleine geschenken die bedrijven geven aan hun afnemers om prettige verhoudingen te creëren en te onderhouden
- Knalgroene opschrijfboekjes, van kleur veranderende mokken, poezenkalenders, kaarsen in de vorm van een bureaustoel, opvouwbare barbecues, kauwgomballenautomaten, boksballen en pennen, héél veel pennen. Welkom in de wondere wereld van de relatiegeschenken waarin cadeaus niet zomaar cadeaus zijn maar een diepere, verborgen marketingboodschap in zich dragen. ‘Wij zijn super milieubewust’, zegt de biologisch afbreekbare scheurkalender. ‘Wij zijn een beetje stout’, zegt het erotische kerstpakket. ‘Wij houden wel van een geintje’, zegt de pennenhouder in de vorm van je baas. [2]
- meer in het algemeen geschenken die gericht zijn op het creëren en onderhouden van een goede relatie
- De uitwisseling van relatiegeschenken bij staatsbezoeken is een delicate kwestie. Lang op voorhand moeten diplomaten afspreken waar de gastheer oprecht blij mee zal zijn. Geen fles alcohol aan een president die niet drinkt, of een gedroogde ham aan een vegetariër bijvoorbeeld. [3]
1. (bedrijf) vaak kleine geschenken die bedrijven geven aan hun afnemers om prettige verhoudingen te creëren en te onderhouden
- Het woord relatiegeschenk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Bo van Houwelingen & Caroline van Keeken 10 april 2015
- ↑ de Standaard WOENSDAG 11 OKTOBER 2017