reizigersvereniging

  • rei·zi·gers·ver·eni·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord reizigersvereniging reizigersverenigingen
verkleinwoord

de reizigersverenigingv

  1. vereniging van mensen die gebruikmaken van het openbaar vervoer
     Reizigersvereniging Rover heeft kritiek op het nieuwe station. "De loopafstand naar treinen is langer geworden", zegt voorzitter Arriën Kruyt. "De hal is ruim, maar gelijktijdig zonder kraak of smaak. Het is er ongezellig en tochtig. Het voorplein is een desolate vlakte."[1]
     De reizigersvereniging Rover is ontstemd over het verstoorde treinverkeer rond Schiphol. Rover schrijft in een verklaring dat de onbetrouwbaarheid van het treinverkeer rond de nationale luchthaven de vereniging al jaren een doorn in het oog is. Rover vindt dat de aannemer van de werkzaamheden bij Schiphol aansprakelijk gesteld moet worden voor de slechte prestaties.[2]


  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nieuw 'station van glas' geopend in Den Haag” (Maandag 1 februari 2016, 13:28), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nog steeds minder treinen rond Schiphol” (Maandag 13 april 2015, 07:34), NOS