regeringsmacht
- re·ge·rings·macht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regeringsmacht | regeringsmachten |
verkleinwoord |
- voldoende bevoegdheid hebben om te kunnen en mogen regeren
- ▸ Zweden gaat een politiek instabiele tijd tegemoet. Het is onwaarschijnlijk dat de Zweden Democraten directe regeringsmacht krijgen. In de oppositie kan de partij minderheidsregeringen van zowel rechts als links maken of breken. Het is mogelijk dat de anti-immigratiepartij de gedoogpartij van een rechtse regering zal worden.[2]
- de macht van een regering
- ▸ Volgens plaatsvervangend partijsecretaris voor juridische zaken Paul Mangwana zijn de voornaamste redenen om de 93-jarige Mugabe af te zetten dat ,,hij zijn vrouw toestaat regeringsmacht naar zich toe te trekken en dat hij zelf ,,te oud is en niet zonder hulp kan lopen. De afzettingsprocedure zou in twee dagen afgerond kunnen zijn, zei Mangwana.[3]
- Het woord regeringsmacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Rolien Creton“Zweedse anti-immigratiepartij: wij zijn de elephant in the room” (Zondag 9 september 2018), NOS
- ↑ Weblink bron “Slechts vijf ministers bij Mugabe, rest bezig met afzetting president” (21-11-2017), Tubantia