regenpijp
- re·gen·pijp
- samenstelling van regen en pijp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenpijp | regenpijpen |
verkleinwoord |
- een verticale buis die aan een dakgoot is bevestigd en dient om het hemelwater dat op het dak valt, af te voeren
- De oude zinken regenpijp lekte en is vervangen door een van pvc.
1. een verticale buis die aan een dakgoot is bevestigd en dient om het hemelwater dat op het dak valt, af te voeren
- Het woord regenpijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regenpijp" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be