regenerator
- Geluid: regenerator (hulp, bestand)
- re·ge·ne·ra·tor
- Naamwoord van handeling van regenereren met het achtervoegsel -ator[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenerator | regeneratoren regenerators |
verkleinwoord | regeneratortje | regeneratortjes |
de regenerator m
- inrichting om afgewerkte producten te regenereren (weer bruikbaar te maken)
1.
- Het woord 'regenerator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.