regenboogincakolibrie
- (IPA in voorbereiding)
- re·gen·boog·in·ca·ko·li·brie
- samenstelling van regenboog zn en incakolibrie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenboogincakolibrie | regenboogincakolibries |
verkleinwoord | regenboogincakolibrietje | regenboogincakolibrietjes |
de regenboogincakolibrie m
- (gierzwaluwachtigen) Coeligena iris een vogel uit de familie Trochilidae (kolibries). Deze soort komt voor in Ecuador en Peru en telt zes ondersoorten
- Het woord 'regenboogincakolibrie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.