refrain
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to refrain |
he/she/it | refrains |
verleden tijd | refrained |
voltooid deelwoord |
refrained |
onvoltooid deelwoord |
refraining |
gebiedende wijs | refrain |
- Als werkwoord van Middelengels refreynen/refreinen. Verder te herleiden tot Middelfrans refreindre, Latijn refrenare. Het zelfstandig naamwoord refrain heeft hetzelfde Latijnse grondwoord, maar is weer van een ander Frans woord afgeleid.[1]
refrain
- overgankelijk ~ from afzien van, zich onthouden van
- overgankelijk ~ from ophouden met, stoppen met
- overgankelijk (m.n. een emotie) onderdrukken
enkelvoud | meervoud |
---|---|
refrain | refrains |
- Als zelfstandig naamwoord rechtstreeks uit het Frans
refrain
- ↑ refrain (v.), Online Etymology Dictionary
- Van Oudfrans refraindre, verder te herleiden tot Latijn refringere (nevenvorm van refrangere)
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
refrain | le refrain | refrains | les refrains |
refrain m