• ree·schaaf
enkelvoud meervoud
naamwoord reeschaaf reeschaven
verkleinwoord - -

de reeschaafv / m

  1. (gereedschap) lange schaaf (met een blok van 70 cm lengte), om reeds geschaafd hout af te werken
13 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[3]