• re·du·se·re
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
redusere
reduserer
reduserte
redusert
Klasse 2 zwak

redusere

  1. korten, verlagen
    «Vi kan enten redusere utgiftene og/eller øke inntektene.»
    We kunnen of de kosten verlagen en/of de inkomsten verhogen.
  2. (scheikunde) reduceren
  3. (wiskunde) herleiden


  • re·du·se·re
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
redusere
reduserer
reduserte
redusert
Klasse 2 zwak

redusere

  1. korten, verlagen
  2. (scheikunde) reduceren
  3. (wiskunde) herleiden