korten
- kor·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
korten |
kortte |
gekort |
zwak -t | volledig |
korten
- overgankelijk in geldbedrag verlagen
- De uitkering werd flink gekort toen duidelijk werd dat de man wel voor een deel kon werken.
- Het woord korten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "korten" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be