rechtvaardigheidsgevoel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • recht·vaar·dig·heids·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtvaardigheidsgevoel rechtvaardigheidsgevoelens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rechtvaardigheidsgevoelo [1]

  1. het aanvoelen van wat goed en kwaad is
     'Te lang hebben we in Nederland gezwegen over hoe we met overlevenden zijn omgegaan. Terwijl we bovendien zoveel van u, van uw levensmoed, doorzettingsvermogen en rechtvaardigheidsgevoel kunnen leren', aldus Klink.[2]
     PMT vindt het verlagen van de pensioenen onwenselijk en onnodig. "Het druist in tegen het rechtvaardigheidsgevoel. Werknemers en werkgevers hebben weinig tot geen begrip voor verlagingen bij de goede rendementen en stijgende vermogens", zegt voorzitter Benne van Popta.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Sobibor-overlevende geridderd in Westerbork” (12-04-2010), NOS
  3.   Weblink bron “Pensioenfondsen houden hart vast voor lager pensioen” (18-04-2019), NOS