rechtsgemeenschap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rechtsgemeenschap    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈrɛxtsxəˌmensxɑp / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• rechts·ge·meen·schap

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  recht zn  en  gemeenschap zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rechtsgemeenschap	rechtsgemeenschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rechtsgemeenschap v

1. een groep mensen of landen waarin men gemeenschappelijke waarden en rechten heeft

   • Mede omdat de naleving van het verdrag in het geding is, gaat de strafzaak tegen Wilders de internationale rechtsgemeenschap niet ongemerkt voorbij. „Het buitenland verwacht van Nederland dat internationale verdragen over uitbanning van rassendiscriminatie daadwerkelijk worden gehandhaafd”, stelde hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam Göran Sluiter in 2014 in NRC Handelsblad.  
   • Volgens Wientzek helpt het om je te realiseren dat de EU voor alle lidstaten iets anders betekent. „Voor sommigen is Europa vooral een economische gemeenschap met een interne markt. Dat is de Britse benadering. De Griekse kijk op de EU is die van de solidariteitsgemeenschap. En voor mijn eigen Duitsland geldt dat wij de Europese Unie zien als rechtsgemeenschap. Dit kleurt ook het verwachtingspatroon.”  
   • De rechtsgemeenschap heeft Europa veel en ver gebracht. Het benadrukken van het belang van regels werkt echter ook verhullend. Het maskeert dat ook de Spaanse grondwet zelf in wezenlijke zin het resultaat is van een revolutionaire daad. En dat is niet vreemd: een grondwet is doorgaans het begin van een nieuwe ordening. De daad waarmee zij wordt gesticht is dus zelf geen onderdeel van die ordening en staat hier buiten.  

Vertalingen

    1.   

Engels: community based on law (en)

Gangbaarheid

• Het woord rechtsgemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.