ravot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·vot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ravot | ravotten |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
het ravot o
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ravotten |
ravot
Verwijzingen
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
ravot o