radix
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·dix
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radix | radices |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (wiskunde) wortel uit een getal
- (wiskunde) grondgetal van talstelsel
- (taalkunde) kleinste betekenisvolle eenheid in een taal
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord radix staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "radix" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ radix op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be