Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dio·son·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radiosonde radiosondes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de radiosondev / m

  1. (meteorologie), (elektronica) een apparaat dat hangend onder een weerballon meteorologische metingen verricht en deze draadloos doorgeeft aan een meteorologisch station.
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid