radbraken
- rad·bra·ken
- In de betekenis van ‘voor straf de ledematen breken’ voor het eerst aangetroffen in 1340 [1]
- samenstelling van rad en braken (breken) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
radbraken |
radbraakte |
geradbraakt |
zwak -t | volledig |
radbraken
- overgankelijk ter dood brengen door opbinding op een rad en het breken van alle botten in de ledematen gevolgd door een zware slag op de hartstreek
- Tot in de tijd van het Koninkrijk Holland werden er mensen geradbraakt.
- Het woord radbraken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "radbraken" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "radbraken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ radbraken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be