Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·rad·braakt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: radbraken…
verbogen vorm: geradbraakte

geradbraakt

  1. voltooid deelwoord van radbraken
stellend
onverbogen geradbraakt
verbogen geradbraakte
partitief geradbraakts

Bijvoeglijk naamwoord

  1. erg moe
     Eric ging zitten, helemaal slap, overrompeld, terzijde geschoven, mentaal geradbraakt.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be