racer
- ra·cer
- Naamwoord van handeling van racen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | racer | racers |
verkleinwoord | racertje | racertjes |
de racer m
- (sport) iemand die aan een race deelneemt
- Het woord racer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "racer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ra·cer
racer, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van race