raðhús

IJslands

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈratˌhus /

Woordafbreking

• rað·hús

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  rað zn "raad"  en  hús zn "huis" 

Naar frequentie	zeldzaam

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	raðhús	raðhúsið	raðhús	raðhúsin
genitief	raðhúss	raðhússins	raðhúsa	raðhúsanna
datief	raðhúsi	raðhúsinu	raðhúsum	raðhúsunum
accusatief	raðhús	raðhúsið	raðhús	raðhúsin

Zelfstandig naamwoord

raðhús, o

1. (politiek) gemeentehuis, raadhuis, stadhuis
2. (bouwkunde) rijtjeshuis

Antoniemen

• [2]: fjölbýlishús

Afgeleide begrippen

• [1-2]: raðhúsahverfi

Zelfstandig naamwoord

raðhús

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van raðhús