Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pu·na·pie·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord punapieper punapiepers
verkleinwoord punapiepertje punapiepertjes

Zelfstandig naamwoord

de punapieperm

  1. (zangvogels) Anthus brevirostris   een soort zangvogel uit de familie piepers en kwikstaarten van het geslacht Anthus  . De vogel wordt ook wel opgevat als een ondersoort van de witbuikpieper (A. furcatus)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie