witbuikpieper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  witbuikpieper    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wit·buik·pie·per

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  wit bn,   buik zn  en  pieper zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	witbuikpieper	witbuikpiepers
verkleinwoord	witbuikpiepertje	witbuikpiepertjes

Zelfstandig naamwoord

de witbuikpieper m

1. (zangvogels) Anthus furcatus  een soort zangvogel uit de familie piepers en kwikstaarten van het geslacht Anthus . Deze soort komt voor in zuidoostelijk Brazilië tot in Uruguay en Argentinië

Hyperoniemen

• kwikstaarten en piepers, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'witbuikpieper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.