puberteit

Niet te verwarren met: pubertijd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  puberteit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pu·ber·teit

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van puber met het achtervoegsel -teit

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	puberteit	puberteiten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de puberteit v

1. (medisch) het proces van seksuele rijping van kind naar volwassene en het gedrag dat daar bij hoort

   • De puberteit leidt vaak tot conflicten met het ouderlijk gezag. 

Synoniemen

• pubescentie

Hyponiemen

• peuterpuberteit, prepuberteit

Afgeleide begrippen

• puberteitscrisis

Vertalingen

    1. het proces van seksuele rijping van kind naar volwassene en het gedrag dat daar bij hoort   

Duits: Pubertät (de) v Engels: puberty (en) Frans: puberté (fr) v

Spaans: pubertad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord puberteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puberteit" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.