Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • psy·cho·ana·ly·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘methode waarbij de psychiater het onderbewuste bewust maakt’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
  • van Duits Psychoanalyse, op te vatten als afgeleid van analyse met het voorvoegsel psycho-
enkelvoud meervoud
naamwoord psychoanalyse psychoanalyses
psychoanalysen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de psychoanalysev

  1. (psychologie) stroming in de psychologie, die psychische symptomen wil verklaren vanuit verschijnselen in het bewuste en onbewuste
  2. (psychologie) vorm van therapie gebaseerd op de psychoanalytische theorie
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen