psalm
- psalm
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘godsdienstig lied’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psalm | psalmen |
verkleinwoord | psalmpje | psalmpjes |
de psalm m
- (religie) elk van honderdvijftig gezangen uit de Tenach en het Oude Testament
- Alles draait in dienst in Baptistenkerk om het thema dankbaarheid. Of het nu het gebed, de preek, een klein toneelspel of de tekst van psalmen, gezangen en liederen, is, alles daat erom dat mensen in het leven dankbaar moeten zijn. [2]
1. elk van honderdvijftig gezangen uit de Tenach en het Oude Testament
- Het woord psalm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "psalm" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "psalm" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tubantia 08-11-07 Basisscholen Westerhaar vieren Dankdag
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be