pruilhoek
- pruil·hoek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pruilhoek | pruilhoeken |
verkleinwoord | pruilhoekje | pruilhoekjes |
de pruilhoek m
- afgezonderd plekje waar iemand zich terugtrekt om ongestoord ontevreden te zijn
- ▸ Vanmorgen lijkt het collectieve ratpack tot rust gekomen voor de exclusieve Charter Nightingale Clinic in Londen, voornamelijk uitgaand van de gedachte dat die de duurste (265 pond per dag exclusief behandelingskosten) en exclusiefste pruilhoek-voor-verveelde-rijken is die er in en om Londen valt te bedenken.[2]
- Het woord 'pruilhoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Hieke Jippes“Britten op zoek naar zieke Jackson” (15 november 1993) op nrc.nl