pruilhoekje
- Geluid: pruilhoekje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈprœylhukjə / (3 lettergrepen)
- pruil·hoek·je
het pruilhoekje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pruilhoek
- ▸ De onverkochte kunstliteratuurschrijvers moeten zich niet terugtrekken in een beschermd en gesubsidieerd pruilhoekje, maar een beetje spieken bij de succesvolle schrijvers van ontspanningsliteratuur.[1]
- Het woord 'pruilhoekje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Margot Engelen“Duitsers moeten luchtiger” (29 juni 1993) op nrc.nl