Dauw op vruchtstelen van pruikenboom
  • (IPA in voorbereiding)
  • prui·ken·boom
enkelvoud meervoud
naamwoord pruikenboom pruikenbomen
verkleinwoord pruikenboompje pruikenboompjes

de pruikenboomm [1]

  1. (bloemplanten) Cotinus coggygria   een plant uit de pruikenboomfamilie (Anacardiaceae  ). De plant kan tot 7 m hoog worden. De Nederlandse naam is afgeleid van de rozige, harige pluimen die karakteristiek zijn voor de soort in de periode dat deze vrucht draagt (in de bloeiperiode zijn deze geel van kleur). In tegenstelling tot de pluimen hebben de bladeren geen beharing en zijn glad en blauwachtig groen, doch in de herfst roodachtig