prozaschrijver
- pro·za·schrij·ver
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prozaschrijver | prozaschrijvers |
verkleinwoord |
de prozaschrijver m
- (beroep) (kunst) iemand die (verzonnen) verhalen schrijft
- ▸ Emile Verhaeren (1855-1916); Belgisch, Franstalig symbolist, dichter en prozaschrijver.[2]
- ▸ In 1980 verschijnt zijn eerste roman 'Verwoest Arcadië' een autobiografisch werk. Samen met 'Over de bergen', 'De klopgeest' en 'Hercules', wordt het een van zijn bekendste boeken. Hij ontpopt zich als gevierd prozaschrijver, maar blijft zijn dichterschap altijd trouw. In totaal publiceert hij zo'n vijftien bundels.[3]
- Het woord prozaschrijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Komrij: met boeken kom je verder” (06-07-2012), NOS