Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pros·taat·kan·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prostaatkanker -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de prostaatkankerm

  1. (medisch) kanker aan de prostaat
    • Door meer dan drie kopjes "sterke Italiaanse" koffie per dag te drinken, zouden mannen hun kans op prostaatkanker met 53 procent kunnen verlagen. [1] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen