• pro·fi·ler
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord profiler profilers
verkleinwoord

de profilerm

  1. politieambtenaar of beveiliger die potentiële misdadigers aan karakteristiek gedrag herkent
    • Mensen die aanslagen verijdelen, billenknijpers in de kraag vatten, pedofielen betrappen of zakkenrollers ontmaskeren. Ze lijken weggelopen uit een spannende actieserie, maar ze bestaan echt: profilers. Ze zijn ook in Nederland met steeds meer en ze zijn harder nodig dan ooit. [1] 
    • Job Knoester, de andere advocaat van Jos de G. , zei bovendien dat een gedegen contra-onderzoek [sic!] niet mogelijk was. "Kleding is vernietigd en haar onderkaak is zoek, er is bovendien geen verband tussen de verdachte en de plaats waar Nicole's lichaam of fiets werden achtergelaten. En dat laatste is nou juist wel van belang, volgens een profiler." [2] 
  2. iemand die uit beschikbare gegevens een samenhangende beschrijving afleidt van een nog niet gevonden dader van een misdaad
    • Gerard T. woonde toen in Kanaleneiland, had een gezin en vrienden en een gewone baan. Het profiel zette de politie jarenlang op het verkeerde been. Perlot: "Ik heb wel eens tegen die profiler gezegd: 'wat heb ik aan zulke informatie?' Daar was niet echt iemand op te pakken. Maar nu blijkt dat dat profiel totaal niet klopte, denk ik niet dat we hem anders wel gepakt hadden. En zo'n profiel klopt negen van de tien keer wél. We konden niet weten dat dat hier niet zo bleek te zijn." [3] 
73 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]