probleemoplossing

  • pro·bleem·op·los·sing
enkelvoud meervoud
naamwoord probleemoplossing probleemoplossingen
verkleinwoord

de probleemoplossingv

  1. alle opeenvolgende handelingen die er voor zorgen dat een moeilijkheid verdwijnt
    • De bijeenkomsten moeten de "21e-eeuwse vaardigheden"van de kinderen stimuleren: vaardigheden die hen helpen goed mee te kunnen draaien in de moderne maatschappij. Daarbij valt te denken aan creativiteit, samenwerking, probleemoplossing en kritisch denken.[1] 
    • Zo gaat men ervan uit dat een persoon, wanneer hij spreekt, weet wat hij wil en zegt wat hij weet. En wat hij zegt, kent geen dubbelzinnigheid; het is pure communicatie, die nooit ontcijferd moet worden, geen waan of appel kan zijn, geen eventuele uitnodiging tot uitwisseling inhoudt. Spreken wordt herleid tot het overdragen van signalen. Hiermee gaat een visie op therapie gepaard, naar een paradigma van ‘probleemoplossing’, of ‘vraag-antwoord’.[2]