precipiteren
- Geluid: precipiteren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpresipiˈterə(n) / (5 lettergrepen)
- pre·ci·pi·te·ren
- van Frans precipiter met het achtervoegsel -eren [1] [2]
precipiteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
precipiteren |
precipiteerde |
geprecipiteerd |
zwak -d | volledig |
- (scheikunde) afzinken van vaste stof in een vloeistof zodat die zich onderin ophoopt
- Het woord precipiteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "precipiteren" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ precipiteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be