Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pracht·fram·boos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prachtframboos prachtframbozen
verkleinwoord prachtframboosje prachtframboosjes

Zelfstandig naamwoord

de prachtframboosv / m

  1. (bloemplanten) Rubus spectabilis   een zachtfruitsoort, die behoort tot de rozenfamilie (Rosaceae  )
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie