postwissel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  postwissel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• post·wis·sel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  post  en  wissel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	postwissel	postwissels
verkleinwoord	postwisseltje	postwisseltjes

Zelfstandig naamwoord

de postwissel m

1. formulier waarmee men per post geld kan verzenden
2. het aldus verzonden bedrag

Vertalingen

    1.   

Duits: Postanweisung (de) v Engels: postal order (en) Frans: mandat-poste (fr) m

Spaans: giro postal (es) m Zweeds: postväxel (sv)

Gangbaarheid

• Het woord postwissel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "postwissel" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.