politiepost

Nederlands

politiepost Nijmegen

Uitspraak

• Geluid:  politiepost    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• po·li·tie·post

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  politie zn  en  post zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	politiepost	politieposten
verkleinwoord	politiepostje	politiepostjes

Zelfstandig naamwoord

de politiepost m

1. plaats van waaruit politieagenten hun werk doen; wachthuisje van de politie

   ▸ Vanuit deze politiepost was op de stralende ochtend van Eerste Pinksterdag richting Johannes Verhulststraat een busje met twee jonge agenten vertrokken.

   ▸ Een politiepost bij Mar-a-Lago, het buitenverblijf van president Trump in Palm Beach, Florida

Synoniemen

• politiekantoor, politiebureau

Vertalingen

    1. plaats van waaruit politieagenten hun werk doen; wachthuisje van de politie   

Engels: police-station (en), police post (en),

Gangbaarheid

• Het woord politiepost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.