pochet
- po·chet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pochet | pochetten |
verkleinwoord | pochetje | pochetjes |
- (kleding) vierkant doekje dat men als decoratie nog net zichtbaar opgevouwen draagt in het borstzakje van een colbert, blazer of dinnerjacket
Een pochet hoort men niet als zakdoek gebruiken.- Hij leest van mijn blad af waar hij woont met zijn gezin, dat hij de universiteit niet heeft afgemaakt en als eerste job met een vorklift reed, dat hij nauwelijks aan repeteren toekomt met zijn Finse hiphopcollectief, FSMCs - en heeft hij die oude Volvo nog? Mikko Hypponen (48), hacker-royalty met paardenstaart en opgeschoren zijkanten, donkerblauwe blazer en pochet, vernauwt zijn laserogen. ‘Als je georganiseerde misdaad bestrijdt, dan wil je niet dat die je adres kennen.’ [3]
- De excentrieke trendwatcher, kreeg gistermiddag regelmatig de zaal met vastgoedbonzen aan het lachen in het Theaterhotel. Daar sprak Adjiedj Bakas, getooid met een hip brilmontuur en een kleurrijke stropdas en pochet, op een congres over het Almelose Binnenstadsplan. [4]
- lefdoekje (informeel)
1. vierkant doekje dat men als decoratie nog net zichtbaar opgevouwen draagt in het borstzakje van een colbert, blazer of dinnerjacket
- Het woord pochet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pochet" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ pochet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "pochet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ de Standaard ZATERDAG 13 MEI 2017
- ↑ Tubantia 7 december 2007
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be