plooiing
- plooi·ing
- Naamwoord van handeling van plooien met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plooiing | plooiingen |
verkleinwoord | plooiinkje | plooiinkjes |
de plooiing v
- (geologie) een ombuiging in oorspronkelijk horizontale lagen
- Een christelijke student die is aangesproken door het boek van prof. Paul kan zich bij mijn college over gesteentemechanica aan de Technische Universiteit Delft de vraag stellen waarom het geloof in schepping-zondeval-verlossing geholpen is met plooiing van niet-uitgeharde aardlagen, zoals door prof. Paul beschreven. Deze creationistische verklaring levert echter een conflict op met de reguliere vakwetenschappelijke kennis. [2]
- Verder van de rotswand komen door de plooiing bovenliggende lagen aan de oppervlakte die minder oud zijn. 'Zo kun je vanaf de bergwand een chronologie in het ijs vinden.' [3]
- Het woord plooiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plooiing" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad dr. N. Hardebol 15-09-2017 In discussie over schepping schuren alle posities
- ↑ De Standaard 27 SEPTEMBER 2007 Meer dan sneeuw en ijs
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be