Nederlands

 
plooiing
Uitspraak
Woordafbreking
  • plooi·ing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plooiing plooiingen
verkleinwoord plooiinkje plooiinkjes

Zelfstandig naamwoord

de plooiingv

  1. (geologie) een ombuiging in oorspronkelijk horizontale lagen
    • Een christelijke student die is aangesproken door het boek van prof. Paul kan zich bij mijn college over gesteentemechanica aan de Technische Universiteit Delft de vraag stellen waarom het geloof in schepping-zondeval-verlossing geholpen is met plooiing van niet-uitgeharde aardlagen, zoals door prof. Paul beschreven. Deze creationistische verklaring levert echter een conflict op met de reguliere vakwetenschappelijke kennis. [2] 
    • Verder van de rotswand komen door de plooiing bovenliggende lagen aan de oppervlakte die minder oud zijn. 'Zo kun je vanaf de bergwand een chronologie in het ijs vinden.' [3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad dr. N. Hardebol 15-09-2017 In discussie over schepping schuren alle posities
  3. De Standaard 27 SEPTEMBER 2007 Meer dan sneeuw en ijs
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be