• pleeg·moe·der
enkelvoud meervoud
naamwoord pleegmoeder pleegmoeders
verkleinwoord pleegmoedertje pleegmoedertjes

de pleegmoederv

  1. vrouw die een kind van een ander echtpaar als haar eigen kind verzorgt
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]