pirate
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pirate | pirates |
pirate
- piraat
- iemand die zonder toestemming de werken van een ander namaakt, kopieert of reproduceert
- overgankelijk (scheepvaart) (een schip) plunderen, illegaal toe-eigenen
- overgankelijk een werk of goederen illegaal namaken, plagiëren of kopiëren
- onovergankelijk (scheepvaart) piraterij bedrijven
- ↑ Weblink bron pirate in: Oxford English Dictionary, second edition (1989) op oed.com
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
pirate | le pirate | pirates | les pirates |
pirate
- (scheepvaart) piraat, zeerover
- bandiet, rover
- (informatica) hacker
- (kunst) illegaal gekopieerd of nagemaakt werk
- ↑ pirate (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .