• pi·ra·te·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord piraterij piraterijen
verkleinwoord

de piraterijv

  1. het beroven of plunderen van een schip op open zee
    • Nederland neemt actief deel aan missies die de koopvaardij beschermen tegen piraterij. 
  2. opzettelijke schending van het auteursrecht door het ongeoorloofd namaken van goederen of kopiëren van gegevens
    • De filmbranche ziet digitale piraterij als grootste bedreiging van haar voortbestaan. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be