pijpekop
- pij·pe·kop
- samenstelling van pijp en kop met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijpekop | pijpekoppen |
verkleinwoord |
de pijpekop m
- de kop van een pijp, waar tabak in wordt gebrand
- kleine gietijzeren kachel op steenkool om witloof te kweken
- De pijpekop werd vroeg in de 20e eeuw gebruikt door kleine boeren in de streek van Kampenhout-Vilvoorde
- Het woord 'pijpekop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.