pesthol
- pest·hol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pesthol | pestholen |
verkleinwoord |
het pesthol o
- plaats waar de pest heerst
- (figuurlijk) plaats van ontucht en verderf
- ▸ Toertjes fietsen rond het pesthol: De Gordel mocht niet neerstrijken in Rode, maar net daardoor werd de gemeente wel het brandpunt van de Vlaamse politieke boosheid. De meerderheid van de gordelaars liet het gekrakeel niet aan zijn hart komen.[2]
- [1] pesthaard
- Het woord 'pesthol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pesthol" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Tom Ysebaert“Toertjes fietsen rond het pesthol” (03 SEPTEMBER 2012), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be