performantie
- Geluid: performantie (hulp, bestand)
- IPA: / pɛrfɔrˈmɑn(t)si / (4 lettergrepen)
- per·for·man·tie
- leenvertaling van Engels performance met het achtervoegsel -tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | performantie | - |
verkleinwoord | - | - |
de performantie v
- vermogen om prestaties te leveren
- ▸ De performantie van een onderneming meet - in algemene zin - de efficiëntie en slagkracht waarmee ze actief is en vormt daarmee een belangrijke indicator voor de overlevingskans van een onderneming.[1]
- (taalkunde) feitelijk taalgebruik in concrete situaties in tegenstelling tot het geheel van abstracte taalregels dat een mens door zijn aangeboren taalvermogen ontwikkelt
- ▸ Voor de chomskyaanse taalkunde is de performantie van secundair belang, omdat zij afhankelijk is van de competentie en verder bepaald wordt door allerlei niet-linguïstische factoren als communicatiesituatie, sociale context, concentratievermogen, geheugen e.d.[2]
- (letterkunde) vaardigheid om tekst te maken die in een bepaalde literaire traditie of omgeving past
- ▸ Ook een literaire tekst moet leven ‘te midden van de mensen’. Welnu, dergelijke registers bespeelt iemand als Hugo Claus meesterlijk. Zo geletterde mensen ‘de lat lager leggen’, zoals de slogan van de poëzie-avonden in schouwburg of café of dancing luidt, dan kan Claus daaraan meedoen als virtuoos van de attractie en de performantie.[3]
- De eerste betekenis "vermogen om prestaties te leveren" is vooral gangbaar in Vlaanderen. [4]
- [2] competentie
- Het woord performantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Patrick van Cayseele“De groeikracht van de economie: een empirische micro-economische analyse voor Vlaanderen” (2001), Leuven University Press, Leuven, ISBN 9789058671585, p. 29
- ↑ Weblink bron “Algemeen letterkundig lexicon : competentie” op dbnl.nl
- ↑ Weblink bron Marcel JanssensDe heisa rond Belladonna - 3. Een lectuur (en een probleem) in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde., jrg. 2003 nr. 1 (2003), Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent, p. 36
- ↑ Boon, Ton den & Rudi Hendrickx(red.), Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e druk, 3 delen, Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015; ISBN 9789460772221