perfectie
- per·fec·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volmaaktheid’ voor het eerst aangetroffen in 1520 [1]
- afgeleid van perfect met het achtervoegsel -ie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | perfectie | perfecties |
verkleinwoord | - | - |
de perfectie v
- de staat van het perfect zijn
- Het bereiken van perfectie.
1.
- Het woord perfectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "perfectie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "perfectie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ perfectie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be