Een pentagram

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·ta·gram
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘vijfpuntige ster’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • met het voorvoegsel penta- en met het achtervoegsel -gram [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pentagram pentagrammen
verkleinwoord pentagrammetje pentagrammetjes

Zelfstandig naamwoord

het pentagramo

  1. een vijfpuntige ster
    • Het pentagram is een oud symbool. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen