• pe·ni·cil·li·ne
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘antibioticum’ voor het eerst aangetroffen in 1947 [1]
  • met het achtervoegsel -ine(5)[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord penicilline penicillinen
penicillines
verkleinwoord - -

de penicillinev / m [3]

  1. (medisch) (scheikunde) een in 1928 door de Britse arts-bacterioloog Alexander Fleming ontdekte antibacteriële stof die het eerste algemeen bruikbare antibioticum opleverde. Het is een bètalactamantibioticum (β-lactam) geproduceerd door de penseelschimmel Penicillium chrysogenum  
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]