Nederlands

 
[1] prauw met peddelaars
Uitspraak
Woordafbreking
  • ped·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord peddelaar peddelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de peddelaarm

  1. iemand die een boot met behulp van een peddel voortbeweegt
    • Een drakenboot is 12,5 meter lang en 1 meter breed. "Aan boord zitten achtien mensen, zestien peddelaars, een trommelaar en een stuurman." Op de vraag of zo'n boot dan ook echt een drakenkop heeft antwoord Barkemeijer "Ja, het is een drakenboot, dus er zit ook een drakenkop op, met en drakenstaart en wat schubben." [2] 
    • Op de Bergse Plas werden zondag diverse Stand Up Paddle races georganiseerd. Zo streden ruim dertig peddelaars om de snelste tijd tijdens de long distance race. [3] 
  2. bijnaam voor een fietser
    • Om de peddelaars tegemoet te komen, biedt het park steeds meer service. Daarbij gaat het om een aanbod van regionale kaarten en routes, de verhuur van allerlei soorten tweewielers, een gratis wasgelegenheid voor besmeurde mountainbikes en de verhuur van hondenkarren die gemakkelijk aan de fiets gekoppeld kunnen worden. [4] 
    • Peddelaar: Wil je hem inhalen? Bellen heeft nauwelijks zin. Hij wacht. Draait zijn hoofd. Draait het terug. Hij wacht. En dan, uiteindelijk, maakt hij een beetje ruimte. Als je langs fietst: "Rustig maar hoor." Amsterdamse fietsers peddelen collectief: vijftien kilometer per uur vinden ze wel goed. In Kopenhagen trappen ze zo maar twintig kilometer weg in dezelfde tijd. [5] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 10 mei 2013 Drakenboot keert terug naar Friesland
  3. De Telegraaf 28 mei 2013 Succesvolle SUP race Rotterdam
  4. De Telegraaf RIK BOOLTINK 10 apr. 2015 Feest voor tweewielers
  5. Het Parool MARC KRUYSWIJK 3 SEPTEMBER 2016 10 fietstypes die je tegenkomt op de Amsterdamse fietspaden
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be